In 1946 werd het plan voor de wederopbouw van Rotterdam gepubliceerd.
Wereldwijd geldt het, onder de leiding van Cornelis van Traa tot stand gekomen project, als voorbeeld van een voetgzangers vriendelijke stadsplanning.

Op 14 mei 1940 bombardeerden Duitse vliegtuigen Rotterdam, het hele centrum van de bloeiende handelsstad lag in puin.
Drie dagen later al werd een plancommissie gevormd onder leiding van J.A. Ringers en Willem Gerrit Witteveen.
De stadsplanners wilden het aantal woningen per vierkante kilometer terugbrengen, winkelcentra aanleggen en de stad verkeerstechnisch zo goed mogelijk ontsluiten.
De bestaande wijken moesten in het stadsbeeld behouden blijven of (voor zover verwoest) worden herbouwd.


De maatregelen om de stad weer op te bouwen kwamen aanvankelijk moeizaam van de grond: de nazi’s hadden de mogelijkheid willen openhouden om Rotterdam als havenstad uit te bouwen.
Voorts riep het feit dat het plan onder de Duitse bezetter was ontwikkeld, weerstanden op.

Bovendien rezen er spoedig ook inhoudelijke bezwaren tegen Witteveens bedoelingen. Zijn medewerker Cornelis van Traa zag in de verwoesting van de oude binnenstad kansen voor een veelomvattende herstructurering van de stad.
Hij hoopte het door stadsplanners sinds lang gekoesterde visioen van een"‘stad van de toekomst" te kunnen verwezenlijken.

Nederland had al een traditie van avantgardistische architectuur in combinatie met stadsplanning.
Al aan het begin van de eeuw legde Petrus Hendrik Berlage een plan op tafel voor de herinrichting van Amsterdam-Zuid.

In 1934 volgde een plan voor de uitbreiding van de hele metropool. Het was gebaseerd op de eisen die geformuleerd waren door het Congrès International d’Architecture Moderne en op de revolutionaire ideeën van de Zwitsers- Franse architect Le Corbusier.

Toen Witteveen in januari 1945 op het ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw werd aangesteld, nam Van Traa de leiding over de wederopbouw van Rotterdam op zich.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog kon daarmee dadelijk een begin gemaakt worden. Van nu af aan was er niet langer sprake van "wederopbouw", maar van "herbouw".

Van Traa vond de verticale ontwikkeling van de stad belangrijker dan de horizontale uitbreiding.
Hij ontwierp een programma dat in essentie voorzag in flexibele oplossingen voor functie en vorm van de te bouwen constructies.
Voor zover mogelijk stond hij de buurten, waarin de wijken verdeeld waren, een autonome ontwikkeling toe.

De dimensies van de geplande, gebouwen en ruimten werden aanmerkelijk vergroot:
er liepen zesbaanswegen door de stad, midden in de door straten omsloten huizenblokken lagen, geconcentreerd aan de lijnbaan, banken en winkels. Vele daarvan waren alleen te voet toegankelijk.
Een goed voorbeeld van een gebouw voor collectief gebruik ( waarin talrijke bedrijven voorzieningen delen) is het markante Groothandelsgebouw.

De expressieve betonnen constructie van H.A. Maaskant is met een oppervlak van 128.000 m2 een van de grootste gebouwen van Nederland.

Bepalend voor het succes van het Rotterdamse basisontwerp was echter zijn flexibiliteit. Het plan bood ruimte voor latere, onvoorspelbare stedelijke ontwikkelingen.

Om die reden was de wederopbouw een voorbeeld voor vele andere bouwprogramma’s.

Wederopbouw na de tweede wereldoorlog

Berlijn
Hans Scharoun, sinds de jaren twintig voorvechter van de expressionistische architectuur, wordt de eerste wethouder stedelijke ontwikkeling na de Tweede Wereldoorlog.
Zijn hoogste prioriteit heeft het herstel van woningen en gemeenschappelijke voorzieningen.
Spoedig rijzen er fundamentele verschillen op tussen Oost en West:
terwijl in het oude Centrum van Berlijn langs de Stalinallee (1952-1958) de voorkeur wordt gegeven aan een historische monumentale stijl,
kiest het Westen met de internationale architectuurtentoonstelling in het Hansa-kwartier (1957) voor de klassieke moderne architectuur.
Hiroshima
Als enig historisch monument van Hiroshima (gesticht in 1589) doorstaat het stadhuis uit 1928 de val van de atoombom op 6 augustus 1945.
Drie andere monumenten worden gerestaureerd als herinnering aan het belang dat deze plaats ooit had:
de verdedigingstoren en de burcht (16e eeuw)
alsmede de Shukukeien-landschapstuin (17e eeuw).
Bij de wederopbouw ontstaat een moderne stad.
Le Havre
De Franse architect Auguste Perret, die aan het begin van de eeuw de gewapend betonbouw aanmerkelijk heeft verbeterd, leidt de planning van de wederopbouw van Le Havre.
In tegenstelling tot bouwmeesters in andere verwoeste metropolen richt Perret zich niet op het concept van het "stedelijke landschap",
maar laat hij zich leiden door de baroktraditie van een aan weerszijden van een as opgebouwde stenen stad,
in de hem typerende skeletbouw.
Danzig
Behalve de oude binnenstad van Warschau, die tijdens de Duitse bezetting werd verwoest, draagt ook Danzig de littekens van de Tweede Wereldoorlog.
De gotische Maria- kerk, is in de jaren vijftig weer opgebouwd.
Ook de 36 zijkapellen werden volgens het oorspronkelijke plan hersteld.
Stalinallee in Berlijn Hiroshima Le Havre Danzig