In de 19e eeuw
was Arminius ('Hermann der Cherusker') symbool voor het Duits
nationalisme
Het 53.5 meter hoge Hermannsdenkmal
werd tussen 1838 en 1875 in het
Teutoburger Woud gebouwd.
Arminius (ca. 17 v. Chr.-ca.
21 n. Chr.)
was leider van een verbond van Germaanse stammen,
die erin slaagde in een opstand de
Romeinen van de
Elbe naar de
Rijn terug te dringen.
Hijzelf was een
van de leiders van de stam der
Cherusken.
Arminius had geruime tijd gediend in het Romeinse leger, en daarbij
ook het Romeinse burgerrecht verkregen,
maar treedt naar voren in de geschiedenis in het jaar
9.
In dat jaar weet hij een aantal Germaanse leiders te verenigen voor
een geheim complot tegen de Romeinen.
Hij had overigens zeker niet de steun van alle Germanen; een andere
Cheruskische vorst, Segestus,
had de Romeinse legerleider Varus
zelfs gewaarschuwd voor het verraad.
In de slag in het Teutoburger Woud
viel Arminius de Romeinse overmacht
aan,
maar trok zich na enkele plaagstootjes weer terug.
Pas toen noodweer het Romeinse leger overviel, maakte hij daarvan
gebruik
om verwarring in de Romeinse gelederen te zaaien.
Uiteindelijk werden drie volledige
legioenen vernietigd. Hierna werden de
Romeinen teruggedrongen tot aan de Rijn.
Onder de nieuwe keizer Tiberius
werd in de jaren 14 tot 16 door
Germanicus door
de Romeinen een nieuwe poging ondernomen
het verloren gegane gebied te herwinnen.
Arminius bevond zich ondertussen in een interne twist onder de
Cheruskers, tussen het pro-Romeinse kamp van Segestus en het
anti-Romeinse van Arminius.
Deze strijd was nog eens aangescherpt doordat Arminius de dochter
van Segestus, Thusnelda,
had ontvoerd om haar tot vrouw te nemen,
waarna Segestus haar, zwanger, terug had ontvoerd.
Nadat Germanicus de Chatten
had verslagen, werd hij door Segestus te hulp geroepen tegen
Arminius.
Deze moest zijn beleg opbreken, en Segestus en zijn familie kregen
land aan de westkant van de Rijn,
maar Thusnelda werd gevangen genomen.
Hierna zette echter Arminius de diverse Germaanse stammen aan om
opnieuw tegen de Romeinen te vechten.
Het volgende jaar (15) trok Germanicus opnieuw tegen Germanië op,
doch de troepen van Arminius versloegen hem,
en hij werd op de vlucht gejaagd.
In het volgende jaar trok Germanicus een nog grotere legermacht
(100.000 man) samen,
en boekte inderdaad een aantal overwinningen.
Echter, een storm
deed hem een groot deel van zijn vloot, met daarop zijn leger,
verliezen.
Hierna werd Germanicus door Tiberius teruggeroepen,
die het besluit
nam niet verder te proberen Germanië te veroveren.
Spoedig hierna kwam het binnen het verbond van Germaanse stammen tot
een scheuring.
Aan de ene kant stond Arminius, aan de andere kant
Marbod, leider
der Markomannen.
Arminius
wenste de strijd voort te zetten
en de aanval tegen het Romeinse Rijk in te zetten.
Marbod daarentegen was van mening dat het beter was de verkregen
vrede en vrijheid te koesteren.
Marbod werd in een veldslag verslagen, trok zich terug naar zijn
eigen stamland Bohemen,
maar werd ook daar verslagen door
Kattualda, een vorst van de Gotonen (Gothen).
In het jaar 19 vluchtte Marbod naar Rome,en leefde de rest van zijn leven als balling in
Ravenna.
Arminius zelf kwam om in het jaar 21,
naar verluidt werd hij vermoord door een familielid - mogelijk
Segestes, of zijn oom en veldheer Ingomer,
die de kant van Marbod had gekozen. |